LEES
Risk & Compliance

Level II SFDR: do no significant harm-principe 

In this series of articles, we zoom in on the Level 2 rules of the Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). We start with an issue that is also relevant to the implementation of the Level 1 text: the do no significant harm (DNSH) principle. 

Datum:11 oktober 2021

Inhoudsopgave

Het 'do no significant harm'-principe (DNSH)

Het 'do no significant harm'-beginsel maakt deel uit van de definitie van de term 'duurzame belegging' op SFDR. De SFDR definieert een duurzame investering als volgt: 

"een investering in een economische activiteit die bijdraagt aan de verwezenlijking van een milieudoelstelling (...) of aan de verwezenlijking van een sociale doelstelling (...), mits deze investeringen deze doelstellingen niet ernstig in gevaar brengen en de ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd zich aan goed bestuur houden practices." 

Uit deze definitie maken wij op dat een belegging alleen een duurzame belegging kan zijn, als deze haar duurzame doelstelling bereikt zonder daarbij significante schade toe te brengen aan andere milieu- of sociale doelstellingen. Ter illustratie: een investering in de aanleg van een windmolenpark (die zou bijdragen aan de vermindering van CO2-uitstoot) is niet duurzaam als de aanleg ten koste gaat van een beschermd natuurgebied. 

Relevantie van het DNSH-principe 

Waarom is het DNSH-principe belangrijk voor de implementatie van de SFDR? Zojuist zagen we dat het DNSH-principe onderdeel is van het concept 'duurzaam beleggen'. Dat concept is relevant voor de kwalificatie van de financiële producten die je aanbiedt. 

Zoals in eerdere artikelen aangegeven, dient u al uw producten te classificeren op basis van hun duurzaamheidsniveau. Is het product grijs, lichtgroen, of donkergroen? 

Een donkergroen product wordt in de SFDR gedefinieerd als een product met als doel 'duurzaam beleggen'. Aangezien het DNSH-principe een onderdeel is van het duurzaam beleggingsconcept, moet uw bedrijf bij het beleggen in donkergroene producten controleren of aan het DNSH-principe wordt voldaan. 

Voor lichtgroene producten kunnen overigens ook deelbeleggingen in duurzame beleggingen worden gedaan. Als dat het geval is case, moet je dus ook voor dat deel bepalen of die beleggingen voldoen aan het DNSH-principe voordat je kunt spreken van 'duurzaam beleggen'. 

Hoe voldoe je aan het DNSH-principe? 

Biedt uw bedrijf lichtgroene of donkergroene producten aan? Zo ja, dan vraag je je nu waarschijnlijk af hoe je precies kunt testen of een (potentiële) investering voldoet aan het DNSH-principe. 

De tekst op niveau 1 van de SFDR specificeert dit niet. Daarom leek het er aanvankelijk op dat bedrijven zelf mochten uitzoeken hoe ze het principe zouden interpreteren. Dat bleek later toch niet het geval te zijn: case . De ETA's kregen de taak om - in de niveau 2-regelgeving - duidelijkheid te verschaffen over het DNSH-principe. 

Dit leidde tot het volgende. Om te voldoen aan het DNSH-principe (een van de voorwaarden om te worden aangemerkt als een 'duurzame investering') uit de niveau 2-tekst, moet er staan: 

  • Hoe de negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren worden meegewogen bij de belegging; en 
  • Of de belegging voldoet aan de minimale sociale standaarden die de Taxonomieverordening 

Het eerste punt houdt in dat het bedrijf bij het doen van de duurzame investering moet aangeven hoe het rekening houdt met eventuele nadelige ESG gevolgen van de investering. Houdt de investering bijvoorbeeld verband met een hoge uitstoot van broeikasgassen, ontbossing of discriminatie op de werkplek? Dan kan het geen 'duurzame investering' worden genoemd. Maar wat wordt er precies bedoeld met rekening houden met negatieve gevolgen? Is het voldoende dat deze negatieve gevolgen worden geïdentificeerd, als er vervolgens niets aan wordt gedaan? Nee, dat is het zeker niet. Uit het DNSH-principe volgt immers dat de investering niet significant ten koste mag gaan van andere milieu- en/of sociale doelstellingen. 

Het tweede punt houdt in dat de duurzame belegging in lijn moet zijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de principes van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten. Bijvoorbeeld de principes en rechten die worden aangehaald in de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk, en de principes uit het Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens. 

Het lijkt erop dat de ESA’s van mening zijn dat invulling kan worden gegeven aan het DNSH-principe door uitleg te geven aan hoe je aan het eerste en het tweede punt hebt voldaan en dat op die manier met de duurzame belegging geen significante schade aan andere milieu- en/of sociale doelstellingen wordt berokkend. 

Meer weten?

Heb je vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Kun je ondersteuning gebruiken bij het in kaart brengen en implementeren van ESG regelgeving, zoals de SFDR? Wij vertellen je graag meer over ESG regelgeving voor de financiële sector en de impact daarvan op uw bedrijf. Lees meer over onze hulp bij SFDR complianceof volg onze SFDR Awareness e-learning.