LEES
Risk & Compliance

Gedelegeerde regelgeving SFDR: Principal Adverse Impacts 

Datum:27 september 2023

Op 4 februari 2021 publiceerden de Europese toezichthouders ("ESA's") hun definitieve voorstel voor de gedelegeerde verordening naar de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). In de vorige nieuwsbrief bespraken we het eerste deel van dit voorstel. We beschreven toen de richtsnoeren van de ESA's over hoe het 'do no significant harm'-beginsel moet worden geïmplementeerd. 

In het document - dat iets minder dan 200 pagina's beslaat - behandelt echter nog meer onderwerpen. Deze maand kijken we naar de regels rondom het meenemen van negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren (principal adverse impacts; PAI's). Financiële instellingen (hierna: organisaties) die aangeven dat ze rekening houden met dergelijke effecten, moeten op hun website uitleggen hoe ze dat doen. Deze norm volgt uit artikel 4 van de SFDR. Gedelegeerde regelgeving zal naar verwachting de verplichtingen waaraan deze uitleg moet voldoen vanaf januari 2023 inkleuren. Dit zal resulteren in een bijzonder gedetailleerde verklaring. Waar precies over gerapporteerd moet worden, kan per type belegging verschillen. 

Comply or explain 

Voordat we bespreken hoe PAI’s moeten worden meegewogen, is het belangrijk om te vermelden dat u als onderneming niet verplicht bent om PAI’s mee te wegen. Artikel 4 van de SFDR is een zogenaamd ‘comply-or-explain’ artikel. Dat houdt in dat ondernemingen twee opties hebben:
 

1. De organisatie houdt rekening met PAI's en legt uit op welke manier zij dit doet (comply); of 

2. De organisatie houdt geen rekening met PAI's en legt uit waarom ze dat niet doet (explain). 

Alleen voor organisaties met meer dan 500 werknemers geldt deze optie niet; zij zijn sinds 30 juni 2021 verplicht om rekening te houden met PAI's. 

Het PAI-statement 

Wanneer een onderneming ervoor kiest om PAI’s in aanmerking te nemen bij het beleggen, moet de onderneming op haar website uitleggen hoe zij dit doet. De Level 1-tekst van de SFDR geeft slechts globaal aan waar deze uitleg aan dient te voldoen. Zodra de Level 2-regels van toepassing worden, moet de onderneming echter verplicht gebruik gaan maken van een template (dat als bijlage bij de gedelegeerde regelgeving is opgenomen). In dit template komen zes onderdelen aan bod:
 

  • Een samenvatting van de PAI-statement; 
  • Een beschrijving van de geïdentificeerde PAI's; 
  • Een beschrijving van het beleid voor het identificeren en prioriteren van belangrijke PAI's; 
  • Beleid met betrekking tot actief aandeelhouderschap; 
  • Referenties aan internationale standaarden; en 
  • Historische vergelijking. 

Het effect van de Level 2-regels 

Wanneer de Level II -tekst van toepassing wordt, zal dit van invloed zijn op de interpretatie van het hele PAI-statement. Toch voorzien we de grootste impact bij de tweede sectie: de beschrijving van geïdentificeerde PAI's. De regels van level I vereisen dat organisaties de belangrijkste PBI's van hun beleggingen noemen. Dit is nog steeds vrij abstract. Dus wanneer spreek je van een PAI? Naar welke indicatoren kijk je? En wanneer is een PAI 'belangrijk'? 

Omdat bedrijven de verplichtingen van artikel 4 SFDR nu nog naar eigen inzicht mogen interpreteren, is het relatief eenvoudig om aan deze norm te voldoen. Als je bedrijf bijvoorbeeld de klimaatimpact van alle investeringen meet, kun je op je website aangeven dat je bij investeringen rekening houdt met de klimaatimpact. Als u daarentegen veel aandacht besteedt aan respect voor mensenrechten, kunt u dat vermelden. 

Vanaf de inwerkingtreding van de Level 2-regels mogen bedrijven echter niet meer zelf bepalen met welke PAI's ze rekening houden. De Level 2-tekst verdeelt de PAI's in twee groepen: verplichte PAI's en facultatieve PAI's. De 14 verplichte PAI's moeten altijd in aanmerking worden genomen. De 14 verplichte PAI's moeten altijd in aanmerking worden genomen,[1] bedrijven moeten deze PAI's vervolgens aanvullen met 2 optionele PAI's. De lijst met optionele PAI's bestaat uit verschillende milieu- en sociaalgerelateerde PAI's. Een bedrijf moet ten minste één milieugerelateerde PAI selecteren. Een bedrijf moet ten minste één milieugerelateerde PAI en één sociaalgerelateerde PAI selecteren. Daardoor bevat de PAI-verklaring van een bedrijf uiteindelijk minstens 16 PAI's. 

Tenslotte mag de onderneming haar PAI-statement aanvullen met any other PAI. De verwachting is dat niet veel ondernemingen van deze mogelijkheid gebruik zullen maken.
 

[1] Behalve bij beleggingen in overheden en vastgoed, zie de alinea ‘Onderscheid naar type belegging’. 

Verplichte PAI's en opt-in PAI's 

De 14 verplichte PAI's zijn voornamelijk milieugerelateerd: 9 van de 14 indicatoren hebben betrekking op zaken als broeikasgasemissies, afvalproductie en biodiversiteitsverlies. De overige 5 verplichte PAI's zijn van sociale aard. Deze omvatten bijvoorbeeld compliance met UNGP's en OESO-richtlijnen, diversiteit in bestuur en gelijke beloning voor mannen en vrouwen. 

De opt-in-PAI’s mogen – zoals in de vorige paragraaf aangegeven – worden gekozen uit een lijst met voorgeschreven PAI’s. Één van de twee opt-in PAI’s moet gerelateerd zijn aan het milieu, en de andere opt-in PAI moet zien op sociale factoren.
 

Klinkt dit als veel werk? Dan is het wellicht nog een schrale troost om te weten dat de ESA’s in eerste instantie wilden dat financiële ondernemingen over ten minste 34 PAI’s zouden gaan publiceren. De toezichthouders hebben hun ambities dus al enigszins bijgesteld door dit aantal bij te stellen naar 16 PAI’s.
 

Onderscheid naar type belegging 

Niet iedere PAI is meetbaar voor ieder type belegging. Hoe meet u bijvoorbeeld de afvalproductie die gerelateerd is aan een staatsobligatie? Of de diversiteit in het bestuur van een belegging in vastgoed?
 

De ESA’s hebben dit – na het lezen van de reacties op de eerste versie van het voorstel – ook ingezien. In eerste instantie wilden de ESA’s dat de voorgeschreven PAI’s op alle soorten beleggingen zouden worden toegepast. Inmiddels zijn de toezichthouders van gedachten veranderd. Voor beleggingen in sovereigns and supranationals of real estate zijn er geen 14 verplichte indicatoren, maar slechts 2. Let wel: ook bij deze beleggingen moeten opt-in PAI’s worden toegevoegd. Voor sovereigns and supranationals geldt dat twee opt-in PAI’s moeten worden gekozen; bij real estate hoeft slechts één (milieugerelateerde) opt-in PAI te worden geselecteerd.
 

Kortom: de ESA’s hebben besloten om de markt toch enigszins tegemoet te komen, en hebben dit gedaan door (i) het aantal verplichte PAI’s te verminderen en (ii) een differentiatie naar type belegging aan te brengen.
 

Gebrek aan data 

Ondanks de hiervoor beschreven versoepelingen ten opzichte van het eerste voorstel, zal de PAI-screening bij veel beleggingen behoorlijk ingewikkeld zijn. Denk aan beleggingen in funds-of-funds (waarbij volgens de ESA’s gekeken moet worden naar de achterliggende beleggingen) of beleggingen in entiteiten buiten de EU. Het vergaren van de nodige PAI-data zal in de praktijk niet altijd even eenvoudig zijn.
 

Kunt u in zulke gevallen zeggen: ‘ik heb mijn best gedaan, maar het is toch niet gelukt om de PAI’s van een belegging te identificeren en analyseren’? Helaas is het niet zo simpel. De ESA’s schrijven namelijk:
 

‘’Financial market participants should identify principal adverse impacts on sustainability factors through all reasonable means available. For example, they may employ external market research providers, internal financial analysts and specialists in the area of sustainable investments, undertake specifically commissioned studies, use publicly available information or shared information from peer networks or collaborative initiatives. Financial market participants may also engage directly with the management of investee companies to better understand the risk of adverse impacts on sustainability factors. Direct engagement may be particularly necessary in situations where there is an insufficient level of data available.’’
 

Tijd voor actie 

Heeft jouw onderneming ervoor gekozen om PAI’s mee te wegen bij beleggingsbeslissingen? Dan hoef je nog niet direct in de stress te schieten. Laten we vooropstellen dat de gedelegeerde regelgeving nu nog niet van kracht is. Eerst moet de Europese Commissie het voorstel van de ESA’s nog aannemen. Het is de verwachting dat de gedelegeerde regelgeving vervolgens in januari 2023 zal gaan gelden. Tot die tijd mogen ondernemingen dus nog op hun eigen manier invulling geven aan de PAI-screening.
 

Desalniettemin raden wij ondernemingen aan om nu alvast voor te sorteren op de toekomstige regels. Zo bent u op tijd in staat om – conform de Level 2-regels – over de PAI’s van uw beleggingen te publiceren.
 

Meer weten? 

Heb je vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Kun je ondersteuning gebruiken bij het identificeren of implementeren van (aankomende) ESG regelgeving, zoals de SFDR? Wij vertellen je graag meer over ESG regelgeving voor de financiële sector en de impact daarvan op jouw bedrijf. Voor hulp bij ESG compliance , neem contact met ons op of volg onze SFDR Awareness e-learning